Naast de Darwin Tulpen bestaat deze groep uit de Cottage Tulpen, een verzamelnaam voor alle waardevolle oudere cultivars. Deze hebben meestal een lange, halverwege iets geknepen bloemvorm met gepunte bloemblaadjes, waardoor ze niet aan de ideaalvorm van de Engelse tulpenliefhebber voldeden. Wel bezaten ze nog de eigenschappen van de gevlamde tulpen die beroemd waren gemaakt door hun afbeelding op de Hollandse bloemenschilderijen. Het eerste resultaat van pogingen om een zwarte tulp te kweken, ‘La Tulipe Noire’ (1891), behoort ertoe, evenals de nog altijd populaire ‘Queen of Night’ (1944). De verschillende cultivars uit de Gesneriana subgroep behoren er eveneens toe. Het is een naam die Linnaeus in 1753 bij gebrek aan beter gaf aan een groep oudere, lage tulpen die waarschijnlijk afstammen van T. schrenkii, een zeer variabele soort die van de Krim tot in Koerdistan voorkomt. Deze komt voor op de eerste afbeelding in het westen van een tulp door Conrad Gesner in 1561. DNA-onderzoek van de oudere cultivars is de enige methode die daar in de nabije toekomst wellicht uitsluitsel over zal kunnen geven.